Juk en Disselboom
Heden veranderen is Toekomst behouden
Heden veranderen is Toekomst behouden


Op het niveau van het middenbestuur en gemeente liggen gouden kansen om –nog meer dan nu al het geval is- inwoners, ondernemers, financiers en belanghebbenden te emanciperen van de overheid: verantwoordelijkheid delen en samen werken aan verbetering van 'leefkwaliteit' en 'ondernemersklimaat', om een paar clichés te gebruiken. Zo blijft de eindverantwoordelijkheid voor het dagelijks leven waar het hoort: bij de mens zelf. Of moet ik zeggen: zo gaat de eindverantwoordelijheid voor het dagelijks leven weer terug naar waar het hoort? 

Regionale en lokale overheden zullen vaker de wensen, de kennis en de expertise van inwoners moeten opzoeken. De politiek richt zich dan vooraf, in de Staten- en Raadzaal, op heldere politieke en financiële kaders. De natuurlijke partners in de regio geven onderling vorm aan de praktijk op basis van gedragen, realistische samenwerking. Zo blijft het politieke debat zuiver en op hoofdlijnen, en is uitvoerbaarheid meer dan ooit geworteld in de samenleving. 

Deze aanpak geeft de grootste kans op levensvatbare ontwikkelingen in de regio en daarbuiten, omdat overheid en maatschappelijke partners de wederzijdse afhankelijkheid erkennen en daarnaar handelen. Ik pleit er dan ook voor om door bijvoorbeeld bestuursakkoorden de regionale samenwerking in toenemende mate op een hoger niveau (en formeel ingebed) te krijgen.

Ik vind dat wel dat je moet sturen op Open Normen: je streeft iets na dat past bij je politieke opvattingen, of bij je belangen als inwoner of ondernemer, maar dat is niet per sé onderling uitwisselbaar. Hou dat bij je zelf en laat je daar op persoonlijke titel op afrekenen. Dwing een ander niet zich tot jouw uiteindelijke doel te bekennen, want dat gaat niet lukken. Als het wel lukt, dan zal het vaker wel dan niet een hersenloos compromis zijn geworden. 

Benoem wel wat voor waarde daaraan ten grondslag ligt (bijvoorbeeld zelfredzaamheid, sociaal contact of continuïteit, kleinschaligheid, groei, of uitbreiding). Zeg er ook bij waaraan je dat, vanuit jouw belang, kennis en opvattingen, hoopt te zullen zien in de komende tijd. Het is die combinatie van waardegebonden doelen en eigen indicatoren waarover je elkaar onderling wel kan aanspreken, en zonodig waarop je zonodig kunt bijsturen. 

Ik vind dat dit het inhoudelijk niveau is waarop een bestuursakkoord vorm moet krijgen: dat zijn de kernwaarden en de indicatoren waar we mee werken. In een aanhangsel zet je dan het tijdpad, de financiële afspraken, en -in tegenstelling tot wat vaak nog gebruikelijk is- de serie praktische, inhoudelijke realisaties die op het moment van ondertekening het karakter van een Paaltjeswandeling hebben. Mensen vinden dat vaak maar gek, totdat duidelijk is dat niet de paaltjeswandeling het doel bepaalt, maar het doel bepaalt de paaltjeswandeling. Waar het om gaat, is dat iedereen nog steeds hetzelfde doel nastreeft. Of de paaltjes halverwege nou groen of geel worden, doet er niet zoveel toe, tenzij daarmee het doel verandert. Daarom staat de paaltjeswandeling in de bijlage en het doel in het Akkoord. 

Het lokaal en regionaal niveau heeft daarvoor de perfecte schaalgrootte: overstijgend waar dat kan, met de voetjes op de werkvloer, in de wijk èn in de wei. Dat betekent, inderdaad, een verschuiving: de politiek nog meer gericht op kaders (het vaststellen van een ondergrens aan kwaliteit en een bovengrens aan gemeenschapsgeld)  en een meer integrale, gebiedsgerichte aanpak waarin ‘het veld’ de regie heeft. Zo blijft de macht waar het hoort in een democratisch bestel: in de Staten- en Raadzalen, en het gezag is te vinden waar mensen het verwachten: bij henzelf, waar men woont, werkt en onderneemt. 

Raads- en statenleden mogen -voorzover dat niet al gebeurt- van mij onvermoeibaar aan de slag met het zoeken en vinden van partnerschap tussen partijen: de wederzijdse afhankelijkheid die bestaat tussen algemeen belang en dagelijkse praktijk in de regio biedt eindeloze mogelijkheden. Maar dan moeten we wel durven. 


Overigens geldt deze gedachte -zoals veel gedachten over zelfregie en lotsbepaling (en meer spanningen tussen systeem- en leefwereld) ook op kleine schaal, tussen mensen onderling en tussen individuele mensen en overheid. Dat zien we bijvoorbeeld in het sociaal domein, waarin Het Systeem de mond vol heeft van Eigen Kracht en het zó druk heeft met dat te reguleren van Eigen Kracht dat van de gedachte erachter intussen nog maar weinig overblijft. Je moet als hulpvrager of als professional wel héél sterk in je schoenen staan om niet te verzuipen in je Eigen Kracht. Het lijkt op een Twee Fronten-oorlog: niet alleen heb je te maken met je tijdelijke of chronische problemen zelf, daarnaast moet je regelmatig nog mantelzorg organiseren omdat je er nog een een halve dagtaak aan hebt om de papierwinkel te managen. Dat kan anders. 

 

Tijn Dries

Utrechtse Heuvelrug



Reacties

Commentaar
Jouw naam/bijnaam
Website url
E-mail
Dit is een verplicht veld